dinsdag 30 september 2014 / inGovernment / Monica Stuurop / inGOvernment lokaal bestuur martijn vroom social media twitter

Vakblad / Interview: Martijn Vroom

'Je moet weten wanneer je je mond moet houden'

Twitter, maandagmiddag 12.22: ‘Na ochtend vol met verordeningen inzake werk & inkomen nu bij netwerkbijeenkomst Rijkswaterstaat. Vertrouwde kost, deels nieuwe gezichten.’
Martijn Vroom deelt graag zijn belevenissen via de sociale media. Gemiddeld vijf berichten per dag stuurt hij de wereld in – en met succes. Veel gemeentepolitici staan sceptisch tegenover sociale media, maar de 39-jarige Waddinxveense wethouder heeft er geen moeite mee om online van alles over zichzelf prijs te geven. Sterker nog: hij ziet het als een plicht die hij heeft naar de belastingbetaler toe.


Vroom heeft meer volgers op verschillende platforms – bijna 4000 – dan de lokale krant abonnees. Op Facebook zie je dat deze wethouder (met in zijn portefeuille onder meer onderwijs, sport, werk & inkomen, cultuur en duurzaamheid) van stevige muziek houdt: metalbands Anthrax en Sepultura behoren tot zijn favorieten. Tegelijk checkt deze vader van twee elke week trouw in (via de locatie- app Swarm) bij de Ontmoetingskerk in Gouda. Hij was net op vakantie in de VS, zo is te zien aan foto’s op zijn Instagram, en op Twitter beklaagt hij zich over de gruwelpraktijken van IS en vertelt hij over een geslaagd overleg.

 

U bent verreweg de digitaalste bestuurder in uw regio, hoe komt dat zo?
‘Het goed doen op sociale media is een kwestie van prioriteit, vooral wat Twitter betreft. Daar zie je dat er bij de top 100 van actiefste politici maar één wethouder zit, de rest zijn Kamerleden. Ik ben er al jaren mee bezig, mijn twitteraccount stamt uit 2008. Daarvoor schreef ik als raadslid blogs en was ik actief op Hyves. Ik vind dat je als politicus en zeker als lokaal politicus bereikbaar moet zijn voor de burger, en af en toe verantwoording moet afleggen van wat je doet. Ik word immers betaald van belastinggeld. Mijn 06-nummer staat ook op mijn sociale mediapagina’s en website. Veel mensen snappen dat niet, maar ik vind dat je gewoon bereikbaar moet zijn. Het leuke is: niemand belt me direct. Ik krijg vaak eerst een berichtje: kan ik u bellen? Ik gebruik sociale media vooral om nieuws en ontwikkelingen bij te houden, het is natuurlijk ook iets wat je snel bij de hand hebt. En het kost me weinig tijd: ik kan gemakkelijk even 140 tekens typen. En als je oplet, zul je zien dat ik mijn vakantiefoto’s echt alleen in mijn vrije tijd post.’

 

U deelt van alles over uzelf, van gemeentezaken tot uw mening over internationale politiek en de stoofperen uit uw tuin. Mag u posten wat u wilt?
‘Mijn gemeente legt me geen regels op. Onze burgemeester is daar gelukkig erg relaxed in. De afdeling communicatie let wel een beetje op me en ze kijken soms mee, maar ik heb wel alle vrijheid.
Natuurlijk heb ik mijn eigen regels. Namen en foto’s van mijn kinderen zul je niet snel tegenkomen. En ik zal ook nooit iets lelijks zeggen over andere mensen of collega’s. Ik doe een soort “dienstmededelingen”, maar ik vind wel een hoop meer dan ik opschrijf.’

 

Soms zijn uw stellingen best pittig. Bijvoorbeeld: ‘Mooi aan de USA: bijna helft van de wetten is initiatief uit 1 van de Kamers. Hier ook doen? Hup, verheerlijking ISIS strafbaar + minimumstraf’
‘Mijn standpunten zijn soms bediscussieerbaar, maar nooit kwetsend. En over onderwerpen waar ik als wethouder niet over ga, heb ik als burger een mening. Je moet alleen wel goed weten wanneer je je mond moet houden. Reacties weghalen doe ik overigens nooit, waarom zou ik? Ik let wel goed op voor ik op send druk; je weet het maar nooit met die autocorrect.’

 

En hoe zit het met kritische reacties en ruzieschoppers?
‘Ik zie sociale media vooral als een manier om een gesprek aan te knopen. Dreigt dat gesprek te ontsporen en gaan mensen lelijke dingen zeggen, dan nodig ik ze uit op de koffie. Daar gaan ze meestal niet op in, en dan houden ze wel op. Ik heb ooit wel een lastige ervaring gehad toen ik nog raadslid was in Schiedam, in 2003. Naar aanleiding van een blog ontving ik zelfs bedreigingen. Dat liep uit de hand, dus die blog heb ik weggehaald.’

 

Bent u wel eens op de vingers getikt om bepaalde uitspraken op sociale media?
‘Voor zover ik me herinner nooit.’

 

Maar als je uw naam in een zoekmachine gooit, komt daar wel een artikel uit van de opiniesite Follow The Money waarin u in bepaalde twitteruitspraken van liegen wordt beticht.
‘Ik ben bezig om aangifte te doen tegen die website wegens smaad en laster. Die uitspraken gingen over een bevriend iemand, de rechter heeft die persoon al gelijk gegeven in de rechtszaak waar dat artikel over ging. Al met al is het best lullig, omdat Follow the Money veel bezoekers trekt en hun pagina daarom hoog uitkomt bij Google. Er staat overigens niets in het stuk dat echt schadelijk is.’

 

U wordt duidelijk in de gaten gehouden door de journalistiek, waarschijnlijk meer dan wethouders die minder actief zijn op de sociale media.

‘Natuurlijk houden lokale journalisten je goed in de gaten. Die letten vooral op wat je wel deelt. Wat een veel groter risico is, is dat geen wethouder natuurlijk ooit iets deelt via de sociale media als het niet goed is gegaan. Ik zou natuurlijk nooit op Twitter zetten dat ik erg baal omdat bepaalde onderhandelingen mislukt zijn. Dus feitelijk is soms wat mensen niet delen belangrijkere informatie dan wat ze wel delen. Als ik een tijdje niets op sociale media zet, krijg ik vaak berichtjes met “gaat het wel goed?”’

 

Het aantal lokale politici op de sociale media groeit wel, maar is nog steeds schrikbarend laag. Hoe komt dat?
‘Dat is de generatiekloof, denk ik. Mensen zien het niet als iets waar je wat aan kunt hebben. Maar ik ervaar het als een hele goede manier om mee te krijgen wat er speelt.’

 

Zo’n online actieve wethouder zorgt vast heel goed voor de online-dienstverlening in Waddinxveen.
‘Ik heb dienstverlening niet in mijn portefeuille, maar voor zover ik weet is het een onderdeel van het dienstverleningsarsenaal. Er zijn bedrijven en gemeenten die heel erg op webcare zitten – ikzelf vind dat niet veel anders dan een telefoniste of brievenbus. Er komen in Waddinxveen wel wat vragen binnen via sociale media, maar het merendeel niet. Voor informatievragen is het een prima medium, maar om bijvoorbeeld een indicatie te krijgen voor een traplift moet er toch persoonlijk contact aan te pas komen.’

 

Heeft u tips voor gemeentecollega’s die zich ook aan de sociale media willen wagen?
‘Als u het zelf niet belangrijk vindt, doe het dan vooral niet. Sociale media vragen om tijd en aandacht. Er moet regelmaat zitten in de frequentie van uw berichten, anders bent u voor “volgers” niet interessant. En ten tweede moet u niet alleen zakelijk facebooken of twitteren, maar ook soms privédingen delen. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze een persoon volgen, geen pr-machine. Wat betreft wát u deelt: gebruik vooral uw gezond verstand of iets kan of niet. En ten slotte: zorg dat alles wat u deelt op de sociale media waar is.’

 

Zijn sociale media verslavend?
Vrooms spraakwaterval valt even stil.
‘Wat niet?’ luidt zijn wedervraag. ‘Voor iedereen die werkzaam is in het openbaar bestuur is het wel verslavend om over zichzelf te praten. Natuurlijk is het niet essentieel om met sociale media bezig te zijn, maar het heeft zeker zijn charme. Het is iets wat ik goed tussen de bedrijven door kan doen, al gaat er wel wat tijd in zitten. Elk platform heeft zijn eigen kwaliteiten. Je kunt niet barbecueën met luciferhoutjes – en dat is wat Twitter vaak kan zijn. Dan biedt Facebook een ruimer platform, waar ook veel mensen passief op kijken. Maar ik merk dat het voor mij goed werkt, het voelt natuurlijk. En communiceren is uiteindelijk ook onderdeel van mijn vak.’